In de periode 5 Mei 1960 t/m 24 Juni 1960( ruim 1 1/2 maand) blijft het aantal gemeten lijnen van project 54-AFS-50 stationair op 7 staan. De verklaring hiervoor is dat in die periode bewolking de fotografie vertraagde, waardoor de al gemeten stations intact gehouden moesten worden( men kon de torens niet verplaatsen naar nieuwe stations). Klimatologische data uit 1960 laat ook zien dat dit een periode is met veel neerslag.
In de periode 1 September 1960 t/m 15 December 1960, d.w.z. 3 1/2 maand, blijft het aantal gemeten lijnen stationair op 32 staan. In dit geval kan de verklaring niet gezocht worden in klimatologische omstandigheden, omdat dit een periode is met weinig neerslag( Grote Drogetijd). De Progress Chart laat dus zonder enige twijfel zien wanneer de Mamia Pakoro site is aangelegd, d.w.z. tussen 1 Sept 1960 en 15 Dec 1960.
.
.
De onderstaande tabel geeft de gemiddelde maandelijkse regenval( mm) in verschillende lokaties in Suriname. Tussen haakjes staat het aantal jaar waarop het gemiddelde is gebasseerd. De data voor Paramaribo, Berlijn en Brownsweg is verzameld gedurende de periode 1901-1960, Moengo en Galibi tussen 1931 en 1960 en de overige stations gedurende de periode 1961-1967. Regenval in Suriname is niet gelijk verdeeld over een jaar of over het land. Een jaar kan onderverdeeld worden in 4 periodes: Grote Regentijd van Mei tot Juli, Grote Drogetijd van Augustus tot November, Kleine Regentijd van December tot Januari en Kleine Drogetijd van Februari tot April.